De nacht valt me weer veel te hard,
En mijn hart is nog te broos,
Om te denken aan vergane liefde,
En de dag dat je niet voor me koos.
Zelfs mijn handen lijken veel te leeg,
Als ik ze om mijzelf heen sla,
En de weg lijkt zoveel langer,
Nu ik hem zonder jou bega.
De tijd lijkt veel te traag te gaan,
En toch ook weer te snel,
Wat in werkelijkheid zo ver is,
Maar in gedachten maar één tel.
Kan ik nog steeds oproepen,
Hoe wij waren al die tijd,
Maar met de herinnering komt pijn,
Ik ben jou gewoonweg kwijt.