Hoeveel keer moet ik mijn medemens vergeven.
Hij zei"zeven maal zeven".
Alsof hij zeggen wou,
altijd, laat hun nooit in de kou.
Hoe vaak heeft hij niet aangetoond,
hoe menselijk de mens zich vertoont
hoe zwak hij is tegenoverstaande zijn denken.
Hoe heerlijk het gevoel is van 't is al goed.
Ik hoop dat je 't nooit meer doet.
De warme omhelzing daarna,
gevolgd door zwoele blikken er na.
Hoe vaak toonde ons het verleden,
dat mensen moe zijn gestreden,
van de leugens, het bedrog en het krenken.
Weest toch eerlijk, we zijn zwakker,
dan het ongedesemd brood van die stakker
Het enige wat ons mens nog rest:
Mens doe naar eerlijkheid je best.
Meer kunnen God noch goden verlangen,
niemand vraagt ons zich te verhangen.
Je best doen op deze aarde,
is van onbetaalbare waarde,
We hoeven niet van goedheid worden behangen.