Ik ben een god die bijna sterfelijk is
Vanwaar ik kom kan ik dus niet zeggen
het is alleen dat ik dus niet eeuwig leef
Ik ben jong en ik kan het voelen
de werkelijkheid waagt zich
een stapje dichter in mijn buurt
Het leven is één grote hartslag
en ik ben klaar om alles te absorberen
Na de grote klap vloeit in een moment
het bestaan door mijn lichaam
-ik ben uitgeput-
mijn ogen vallen dicht
als een verzadigd dier valt ook de rust
en ik droom alles langzaam opnieuw
vanaf het begin