tranen van verdriet
over spoelen mij
waarom moet ik lijden in de duisternis.
angst voor mijn diepgewortelde angsten.
ze prikken mij als naalden in mijn ziel.
een wereld vol gedachten,
dromen en wensen.
vol hoop angst geluk en onzekerheid.
bedachtzaam lopend op een leeg verlaten strand.
vervreemd van mijn omgeving loop ik daar.
mijn enige zicht is de zee
oneindig als hij lijkt.
achter mij laat ik mijn voetstappen in het zand.
het zijn de sporen uit mijn verleden.
voor mij is het een gevecht om dat te vergeten.
daarin leef ik en beleef ik.
langzaam loop ik de weg van de zee.
in de verte staat een vrouw ze is jong en zwaait naar mij.
ze lacht ik lach terug.
ik loop naar haar toe.
ze verdwijnt uit mijn leven iets dat er was maar niet meer is.
ze is een herinnering die voort leeft in mijn hoofd.
en iedere dag een gevecht is om dat beeld kwijt te raken.