Geluk wordt ontnomen
Om maar te ontkomen
De duivel in jouw ogen
Heeft weer trouw gelogen
Brandend is de pijn
Van jouw hellebaard in mijn
Hart, schrijnend zijn de klappen
Waar ik aan probeer te ontsnappen
Maar ze vangen mij bij ieder woord
‘Alsjeblieft laat mij gaan, ik heb genoeg gehoord’
Zo smeek ik, maar schijn
(volgens hem) weer in de aanval te zijn
Ik hoef niet lang te wachten
De pijn zal niet verzachten
Want straffen doet hij graag
Vooral wanneer ik er naar ‘vraag’
Wakker geworden in een zee
Van vlammen, die mijn
Tranen hadden kunnen zijn