Ik weet ik dat ik vecht,
elkedag maar weer.
Ik heb ook wat meer goede momenten,
Dat ik aan het groeien ben.
Dat ik elke dag vecht tegen die stemmen,
Elkedag proberen niet te snijden.
Steeds maar vechten tegen het verleden,
elkedag proberen niet te snijden.
De stemmen niet laten winnen,
ook al zijn ze er vaak.
Steeds maar proberen te lachen,
blijven vechten tot ik open bloei.
Maar ben toch vaak het gevecht zo zat,
steeds maar weer moeten vechten.
Steeds maar opstaan,
en dan weer vallen.
Ik wil zo graag positief zijn en klinken,
maar het lukt me niet vaak.
Zo ontzettend moe en verdrietig,
steeds maar moeten knokken.
Hoe lang gaat dit nog door,
hoelang ga ik er zelf nog voor.
Hoe lang kan ik dit gevecht nog aan,
komt er uber houd nog wel een beter bestaan.