Hij kocht haar een jurk
om aan te doen. even
later wandelde hij haar hand.
er miauwde rood en oranje
boven hun hoofden. zo wist hij
dat ze hier wandelden – toen
en nu. later misschien,
waarschijnlijk niet. want ze had niets
met hem, om hem, voor hem
in geen ogen blonk er vrede en zij
haastte zich verder, wou vuur.