Ze kan het niet meer ruiken
wat hij haar deed - zo gewoon
haar uitkleedde tot op het bot.
De weg stopt wanneer zij hem vindt.
Morgen sterft ze weer voor even;
enkele dagen - want hoe ze dan
weer (de post is te laat) wakker
wordt - duizend keer mooier.
Maar dat weet hij niet (zou wel
willen, haar altijd kunnen doen)
ze is wat ze voert (op).
Er zeilt een boot voorbij het beeld.
Zou het. Openspatten en dan liefst
niet voor zijn ogen - dood
zou hij eraan gaan, op.
Het groeit elke dag groter
en dan weer terug.