Illusie in de wolken.
Mijn hart voelt breekbaar als het glas
waar ik mijn hand tegenaan duw.
Het voelt glad koud.
(Behaaglijk koud, maar zo ijzingwekkend pijnlijk ruw.)
De gedachte dat ik verder zal moeten alleen al,
maakt dat mijn maag zich omkeert in de volle nis.
Vol van verdriet, pijn, elke herinnering gedrukt op mijn gezicht.
Geluk en zaligheid zijn niet langer een gemis.
Ik heb vroeg genoeg de bittere smaak te pakken gekregen.
De duisternis heb ik geaccepteerd en omarmd.
(Bittere tranen smaken zoet op de tong van een verlorene.)
Het is de aanlokkelijkheid van niets dat mij dezer dagen verwarmt.
Slechts als het licht van de zon doorbreekt in de wolken,
zal mijn gezicht vertrekken van de pijn. (Maar even vlug
heb ik geproefd van echte wijn, van wat nooit zal zijn.)
Overheersen de wolken snel weer en trek ik mijn hand terug.
De werkelijkheid is verloren in een nacht van illusie die men liefde noemt.