Ik leef, heb geleefd
Ooit las ik ergens een gedicht.
Iemand had bewijs geleverd van zijn bestaan.
Hij had in een rivier een steen verplaatst
En het water zou nooit meer hetzelfde gaan
Zouden mensen mij herinneren of ontkennen,
Of zullen ze niet weten wie ik ooit was?
Zou ik met die gedachte verder kunnen leven?
Nee. Ik zet de eerste stappen in het gras.
Gras groeit, daar heb ik nu niets aan.
Maar de rivier is daar en ik keer nu niet meer om.
Voorbijgangers kijken steeds vreemd naar me,
Maar ik maak datgene af waarvoor ik hier kom.
Met beide benen sta ik in het water
En slechts door mijn vinger uit te steken,
- Ik heb hard genoeg tegen een steen getikt -
Is mijn bestaan voor eeuwig gebleken.