nieuw café
ogen kijken mij weg
maar mijn zelfvertrouwen,
zinkt niet zomaar meer in schoenen
ik negeer het fluisterend overleg
maak genietend en drinkend
de uren vol, De avond rond
hier en nu , mijn thuis al snel gevonden
toch prikken brandende blikken,
nog in mijn rug
mijn rol, de vreemdeling weet:
zwijgend zegt men genoeg terug
dan gedreven door nieuwsgierigheid:
kijk ik om
mooie blonde haren,
haast goud getint
aan haar arm, een ruwe diamant
al maakt het jaloers staren
haar blind van dat geluk..
mijn avond houdt stand
maar hun relatie breekt langzaam,
voor mijn voeten stuk
in duizend glinsterende deeltjes
onder de barkruk