Hoe is het mij te moede,
wanneer ik ’s avonds laat,
onder Morpheus’ hoede,
mij over de dag beraad ?
Heb ik volbracht,
wat ’s morgens vroeg gedacht,
of verging de dag, zonder bij te blijven,
in nutteloos tijd verdrijven ?
Heb ik verdiend de aandacht,
Geest en Heer, van U,
en de mensen om mij heen ?