Alsof je het had ingepakt,
vooraf al had gevlochten,
nadat je het spinde,
toen je in de stille avond was weg gezakt.
je volgde mijn schaduw op zijn voet.
Zette mij in mijn gedachten klem....
En spuugt nu vervolgens op mijn linker wang,
als een laatste afscheids groet.
Je had bloedrode rozen
op mijn spierwitte mantel neergelegd.
Terwijl ik bij elk nieuw noodlot,
wederom toch opnieuw voor jou had gekozen.
Je sprak beloftes
met dure woorden zoals:
`rozengeur en manenschijn`.
Maar je deed ze niet waar maken,
en schonk mij enkel nog de `trieste traan der pijn`.
Ik voelde me gekruisigd,
alsof er stalen pinnen door mijn handen heen staken.
Ik wou niet meer in dit leven zijn.
je had het al allemaal voorbedacht.
in de stilste nachten heb je het met de ochtend mee laten komen.
Nu spuug je op mijn linkerwang met op je gezicht nog een lach.
De laatste woorden
Ik hou van jou...
is wat mijn traan nog even voor mijn vertrek verzacht.
'Ik hou van jou.'