En toch heb ik de woorden
die jij zei niet meer herlezen
in gedachten, als ik stil
weer dacht aan hoe het was
om zo alleen te zijn als nu.
Je liet me niet gebroken achter,
ik sleepte mij naar niets toe
met mijn laatste krachten
want je had me 't zicht
ontnomen. Niets zal ik nog
kunnen zien door jou.
Maar daarmee godzijdank
jouw liefde ook niet meer.