Ik lig met mijn rug in het gras,
en kijk naar de maan.
De sterren betoverend,
in de donkere nacht.
Ik vraag mij dan af,
wat doen wij hier.
We worden geboren,
en na een tijdje gaan we weer.
Ik kijk naast mij,
en zie je liggen.
Betoverend als de sterren,
en je lacht.
Ik sta op,
en pak je hand.
Mijn gedachten die ik had,
laat ik achter.