Stoeptegels huppelend werden de strepen
vermeden en plassen sprong zij ongegeneerd
Spatten donkere druppels op haar melkwitte
broek en kleurden haar huid zachtbruin
De zon begon te zakken en een oranje
sluier pakte de wereld in een strakke greep
Was ze eerder onder dan je denken zou
verdronken in de gouden schitterdruppels
Maar 's nachts huilde zij met de wolven
bedolven onder pijn van haar alleenzijn
en verloren ouderliefde. Lachten de sterren
en straalden prachtig in contrast met doffe ogen
Aangetast, verlaten en voorgelogen
Haar tranendauw lag over de wereld bij ontwaken
Ze haakte in haar vleugels en vloog als Eos in
scharlaken, haar ochtendwaken voor wat haar nog
te wachten stond. Zodat ze op de late namiddag
weer neer kon dalen, huppelen en dralen over
meer stenen dan haar benen bergen konden
opdat ze zou vergeven en vergeten. Vergat zij even
dat haar moeder leven gegeven had voor haar
Maar vreugde was van korte duur en
hellevuur brandde weer als vanouds