ik stap uit bed,
voordat ik mijn wekker uitzet.
ik denk: alweer een dag om te overleven,
waarom is hij mij gegeven.
ik kan er toch niks van maken,
alleen maar dieper in de put raken.
alles gaat fout, niks zoals ik het wil.
en weer val ik stil.
mijn woorden doen niets meer,
maar dat rood zie ik keer op keer.
het rood van de snee,
daar praat ik mee.
door die snee houd ik het vol alle dagen.
ondanks de vele vragen.
zonder die snee was ik hier niet meer geweest,
die snee, geneest.
die bevrijd mij van de dood,
alleen dat rood
dat mij nog wat doet,
ik weet wel zo gaat het niet goed.
ik hoop 1 keer te snijden,
en dan verlost te zijn van mijn lijden.
om gewoon weg te zijn
het leven maakt me bang, zo onvoorspelbaar,
wanner is het nou klaar?
al die pijn,
om bedreigingen, te horen dat mijn vrienden ook dood willen zijn.
ik houd mijn handen voor mijn ogen, zie niks meer
het doet me te veel pin deze keer.
stop, praat niet meer tegen mij,
ik wil niet horen wat je zei.
ik wil niet nog iemand verliezen,
ga aub voor het leven kiezen,
je maakt me bang met je woorden,
die mijn oren hoorden.
leg het mes weg, zet het gebouw uit je hoofd,
voordat de klap je vlam uitdooft.
ga door,
vecht ervoor.
als jij nu ook al gaat,
is het ook voor mij te laat
de pijn om de wereld, om mij heen,