En toen ze zichzelf zag.
Daar zo in de spiegel.
Wist ze het weer.
Onperfect.
Of zoals zij het zegt.
Lelijk.
En dan vraagt ze zich weer af.
Hoe het zou zijn.
Als ze dat niet was.
Gewoon hoe ze over zichzelf zou denken.
Of de zelfhaat minder zou zijn.
En of de littekens minder waren.
Of de tranen minder zouden branden.
Op haar gezicht.
Daar in de spiegel.
Vond zij realiteit.
Realiteit de ze liever niet ziet.