Het doek valt langzaam neer,
Bedekt de schouders van het spel.
Verdwijnen de verliezers weer,
Omdat ‘hij’ een oordeel velt
Lichten doven, weg uit het zicht,
Verdwenen zijn de tientallen emoties.
Slechts een schimmengezicht,
Overgelaten aan de fantasie.
Noten dempen, gezang stokt,
Stilte verovert de volle zaal.
Alles raakt stilaan verstopt,
In het hart van allemaal
Maar het doekt heft zich op,
De verliezers erkennen het feit.
Zodat het verhaal zich beklopt,
Op de eigen waarheid.
Noten doorgalmen de zaal,
Het gezang klinkt weer door,
Wederom gevangen in het verhaal,
Dat alleen ik nog altijd hoor..