Je sprak leugens in woorden.
En je was daarmee voor zilver gegaan.
Ik verlangde naar jouw aanwezigheid wat mijn leven verstoorde.
Ik zwijgde en was achter het goud gaan staan.
Alsof ik me had geprikt aan een spinnewiel,
op een plek daar waar niemand zou kunnen komen.
Ik viel in slaap, verdwaalde langs de fantasie,
en zonk weg in mijn allerdiepste dromen.
Wachtend op die wat ik aanbidde, verdronk ik in een traan.
IK dacht dat dromenland geen ochtend had wat mij zou kunnen ontwaken. ik dacht ik in het niets voor altijd zou blijven staan.
De rode rozen wat jij mij schonk hadden mij met zijn doornen doen raken...
Waardoor ik van dromenland tot het diepe duisteren ben weg gegaan.
je ging voor zilver maar ik ben achter het goud gaan staan.