Het gebouw lijkt voor mijn ogen te verdwijnen
Plots besef ik dat ik buiten ben
Alleen op men berg
Dan ben jij daar
Ik waag een dansje
Op de muziek
Van een onzichtbaar orkest
Langzaam schreiden we voort
Door de oneindig lange tuin
Beneden bij de rivier
Kus ik je teder
Wanneer ik mijn hoofd op je schouder leg
Hoor ik plots het bonzen
Van voortrazende machines
Dan begint me te dagen
Dit alles was slechts een dagdroom