Waarom krijg ik jou niet uit mijn hoofdd.
Jiiy bent de enige die mij in alles geloofd.
In alles steun je me zó fúckingg goed:$(K)
Door jou kan ik verder in het leven mt moed.
Ik ben onzeker, met alles wat ik doe,
maar waarom kan ik er niet naar toe.
Naar wat ópa en mijn hartt zegt,
dát is waar ik nu voor véchtt.
Ik wil er voor iedereen zijn,
íédereen met heel veel pijn.
Iedereen die verdriet heeftt:$
Dat doe ik, omdat ik zoveel om mensen geeff(L)
En omdat ik wil dat iedereen gelukkig is,
iedereen moet kunnen lachen,
en genieten van hett mooiie leven:)(F)
Ookal ben ík verdrietig, dat maaktt me nix uit.
Als alle andere mensen,
maar genieten van het leven,
met veel plezier, liefde en guitt,
en met hun volle borst vooruitt!