Hij,
Die jongen waarvan ik niet weet wat ik voor hem voel,
en wat ik met mijn gevoelens bedoel.
Of hij wel iets voelt,
En wat hij met zijn gevoelens bedoelt.
Kriebels in me buik als ik aan hem denk,
Denkend waarom ik aandacht aan hem schenk.
Ik associeer hem te veel met dingen die in het verleden gebeurd zijn.
Die dingen voelde toen zo fijn.
Maar die dingen liggen achter me in het verleden,
die me aan hem denken deden.
Een heel ander personage,
Toch veroorzaakt hij een lekkage.
Een lekkage van tranen die langs mijn gezicht rollen,
Die niet van de ene op de andere dag stollen.
Hij doet me te veel denken aan hem.
Zijn ogen, zijn geur, zijn lach, zijn stem.
Mijn liefde wordt geschonken aan deze jongen,
Omdat ik het verleden heb weggedrongen.
Mijn gevoelens verlangen niet meer naar het heden,
Ze streven naar het verleden.
Dat was een mooie tijd,
Door jou ben ik dat niet meer kwijt,
Jij bent de gene die me begeleid.
Maar dit is geen eerlijke manier,
Waarom ben ik hier.
Ik geeft je alleen liefde omdat ik dan weer terug denk aan hem,
Dus ik grijp naar mijn handrem.
Dit is nier eerlijk,
Ook al voelt het heerlijk.