vandaag is de dag.
de volle maan is weer terug,
ik kan echt niet anders.
dit is een vloek.
huilend naar de maan.
me vacht en de tanden.
komen er weer aan.
dan ruik ik de angst.
en doe ik weer pijn.
het is gewoon doden.
dat is wat ik doe.
de vloek die ik heb.
mensen die ik bijt.
krijgen het zelfde,
voor eeuwige spijt,
geen zilveren kogel.
daar is niks van waar,
ik ben niet te doden.
er is een manier.
ik moet haar snel vinden.
het meisje van hier.
van de winkel.
ik voel het.
ze is het die kan,
als ze me kust.
ik niet veranderen kan.
de kus als het sprookje.
jah het klinkt echt raar.
maar zij is de ware.
voor jullie gevaar.
ik zal dan stopen,
bij volle maan.
omdat het de liefde.
de liefde van kracht.
de liefde van de vloek.
midden in de nacht.
dan word mijn hart,
zo warm zal de zon.
dan word ik normaal.
en weet niet waarom.
dat is de kogel.
om het beest te stoppen,
te stoppen te huilen,
en botten te dropen.
zal ze het doen.
ik zie wel vanacht.
ben ik veranderd.
zeg ik het zacht.
ik ben weer vrij.
door de liefde.
van god.
dan ben ik weer vrij.
voor eeuwig verlost.