Ik heb niks met passie
elkaar in lijven slaan
het is me veel te klef
te beklemmend
te benauwend
ik word er zo slap,
zo slijmerig van.
Nee, dan de schoonheid
die de afstand schept
de zeeën van ruimte
de eonen van tijd:
daar groei ik van
als een onmeetbaar
verlangen naar lengte.
Goethe zag het al
inspiratie eist een ster
een planeet die je bidt
niet dichterbij te komen
eerder veraf te schijnen
Venus en Mars volgend
reizend naar de horizon.
Ik schiet doelen voorbij
en laat de rozen heel
om als bij te zoemen
naar geuren en kleuren
die de evolutie geeft
als bewijs van een wezen
dat zich opheft in niets.