een prachtsonnet van duizend woorden
of slechts enkele misschien
kan niet tippen aan jouw ogen, stralend als de sterren,
je glimlach, zo mooi, zo zoet, zo liefdevol
en al dan niet gemeen?
dat jouw handen niet voor mij bestemd zijn
en jouw hoofd niet tot mijn schouder behoort
je lippen niet mag strelen
en je benen niet aanraken mag
zo puur, zo echt
en toch lijk je een prinses,
met alle goede dingen bovendien,
regelrecht uit het sprookjesboek gezwoven
dat ik voorlas aan mijn eigen ik
in een ver verleden
mijn dierbare herrinnering..