Een kind dat staat te wachten,
Alleen en eenzaam in de kou,
Wachtend op zijn ouders,
Waar hij zoveel van houdt,
Als ze dan verschijnen,
Een glimlach om zijn mond,
Het maakt zijn hart even voor dat moment,
Minder koud,
Maar eenmaal thuisgekomen,
Word het gevoel eruitgerukt,
En blijkt van liefde en genegenheid,
Niet veel meer aanwezig te zijn,
Zoekend naar warmte,
Een arm om hem heen,
Een knuffel of genegenheid,
Geven kan hij veel,
Maar krijgen zal hij geen,
Hopeloos, verdrietig, eenzaam,
Zichzelf afvragend wat doe ik nu fout,
Vinden ze mij niet aardig,
Hebben ze mij niet graag,
Zijn ze dan liever alleen,
Zonder mij om hen heen,
Dagen vol zorgen,
Nachten vol pijn,
Hopend op een goede morgen,
Waarin de zon weer bij hem zal zijn,
De warmte hem zal omringen,
De liefde hem bij zal staan,
Maar in zijn leven,
Zijn alleen de zorgen,
de onzekerheid,
Of er morgen weer een mooie dag zal zijn,
Die dagen omringd hij met al zijn liefde,
Op slechte dagen kan hij het dan beter aan,
Tot hij later groot is,
Voor zijn eigen gezin kan zorgen,
Komt weer boven al dat verdriet,
De pijn, de angst,
Vergeten zal hij het niet,
Voor zijn kinderen zal hij daar zijn,
Met een stralende lach,
Met alle liefde bestralen,
Daar zijn waar het kan,
hij zal er voor zorgen dat ieder morgen,
Weer een mooie dag zal zijn,
Zonder zorgen, zonder pijn,
Een kinderhart is nog zo kwetsbaar en klein.