Ze is een leven,dat nog even wil leven.
Haar magere handen liggen in haar schoot te trillen.
Haar mond prevelt enkele woorden,ze zijn onverstaanbaar.
Ik kan haar niet verstaan,maar toch begrijp ik haar.
Haar ogen die me steeds weer alles zeggen.
Ook die taal heb ik nooit moeten leren.
Wij verstaan ons in een oogopslag,al was het maar voor even.
Het zijn maar kleine ogenblikken die ze me nog kan geven.
Haar trillende handen wijzen naar mijn hart.
Ook dat begrijp ik,ik moet verder met mijn leven ook al is het hard.
In mijn gedachten komen weer de beelden uit het verleden.
Ik zie haar lach,en haar liefde die ze steeds heeft gegeven.
Bij deze gedachten draai ik even mijn hoofd van haar af.
Dan veeg ik wat onhandig de traan op mijn wang af.
Verlegen kijk ik haar weer in de ogen,die me zeggen.
lieverd,kom je morgen weer even bij me zitten.