Maandagmorgen, zeven uur
De wekker haalt mij uit mijn slaap
En terwijl ik op dat onding tuur
Begroet ik de morgen met een luid gegaap
Ik rek me uit
Van top tot teen
En stap uit bed
Met het verkeerde been
Hoe laat was het ook alweer vannacht
Nog slaperig geef ik het op
Gelukkig niet gedronken
ik was dit keer de ‘Bob’
In de badkamer aangekomen
zet ik de kraan vol open
Weg verdwijnen de laatste flarden dromen
terwijl ik het water over mijn hoofd laat lopen
Snel schiet ik mijn kleren aan
en strompel naar beneden
Gelukkig nog koffie voorhanden
constateer ik tevreden
Eindelijk dan toch op weg
op de fiets met windkracht tien
Ik trap de benen uit mijn lijf
het is weer even afzien
En als ik dan weer achter mijn computer zit
Denk ik weer ach,
Was het maar weer
vrijdagmiddag