De poppenkast die het leven heet.
Mensen rennen over het toneel lachen, huilen, vechten, vrijen en sterven.
Voortgestuwd door de altijd door tikkende tijd.
Gebeurtenissen vervagen en verliezen hun kracht.
In een nachtmerrieachtig decor,
Zie ik mezelf verward om mij heen kijken.
Me af te vragen waar dit heen gaat.
Waar dit allemaal toe leidt.
Af en toe aangestoten door een ander mens.
Ik vlucht en ren over het podium,
in alle wanhoop probeer ik me staande te houden,
om niet onder de voet gelopen te worden.
Achterom kijken mag niet want daarheen kan ik toch niet meer terug.
Vooruit kijken kan niet want daar is het nog donker.
Alleen het nu is er.
Maar het nu waar ik ben, is leeg en zonder waarde.
Daarom ren ik door en probeer ik de spots te ontwijken.
De spots die alles wat verduisterd moet blijven verlichten