Daar stond ze, diep verlaten
geheel zonder houvast
zich overgevend aan haar lot
aan de dood die in haar was.
Die dood, die in haar heerste
over liefde en kracht.
Trachtend alles te vergeten
hield ze bij haar hart de wacht.
Ze liet daar niets meer binnen
toch was ze niet bevrijd.
Daar stond zeg, overgegeven aan
een doodse onverschilligheid.