Het zal nooit meer donker zijn
In de winter boerenkool en prei
Rabarber en spinazie in mei
Zonovergoten stokbonen rij aan rij
De zwarte aarde geeft vrij en blij
De polder, eens lachend groen
Moet nu buigen voor de poen
Wordt overwoekerd door strak zakelijk glas
Gevoed door uitdijende bellen gas
Wat komt dat komt, wat was dat was
Moeder aarde nu bedekt met mantels glas
Hemeltergend hels oranje licht krijgt ruim baan
Tartend de liefde van de maan
De lijster is het spoor nu bijster
De glaswolf komt sluipend dichterbij
De velduil verlaat ontheemd zijn jachtterrein
Immers, daar zal het nooit meer donker zijn