ik vond je heel leuk.
om alles wat je zei lag ik in een deuk.
je zei dat je me beter wou leren kennen.
toen je dat zei wou ik het liefst weg rennen.
ik hoorde vat je allemaal over mij zei.
mijn gevoel voor jou is nu voorbij.
je zei tegen iedereen ze is lelijk en dik.
ik dacht bij mijzelf dit ben ik.
je weet niet wat je mist.
als je dat nou eens wist.