Zoveel jaren gezweefd
tussen onwetendheid en twijfel,
angst en afstand
dropen van onze handen,
elkaar vasthoudend
vergeten los te laten
door alle ruzies heen.
Elke keer terug komend
verdwijnend in liefde
gelovend in een toekomst
die nooit bestaan zal.
Terug getrokken
verdronken in verbeeld geluk.
Alleen maar jij en ik,
weer terug komend
in verbeelding.
Slaan of geslagen worden.
Zonder jou
kan ik me geen leven meer voostellen.
Je bent er altijd
voor me geweest,
al dacht ik soms
dat je me los liet.
Onze handen, nogsteeds,
onlosmakelijk verbonden,
alsof we voor elkaar
gemaakt zijn.