stoer
Wat is stoer en wat is trots.
Wat is wankel en wat een rots.
Wie zegt dat ik mij niet zonder begeleiding red.
Ik kaats de bal en de ander is aanzet.
Maar goed als ander de bal weer terug spelen.
Dan gaat het mij vervelen.
Dan word ik opstandig en puberaal.
En soms zeg ik dan ook wartaal.
Maar ik ben gewend mijn zin door te drijven zelfs tegen beter weten in.
Dat heeft geen zin.
Dat maakt mij soms boos naar de ander toe.
Maar dat is ook weer oneerlijk en dat maakt mij weer moe.
Maar goed waarom ben ik ook deze weg gaan.
Nou kan ik nooit op mijn eigen benen staan.
Help straks val ik en ontstaat er een traan.
Andere weten alles beter.
Toch vertrouw ik het soms voor geen meter.
Ik ben ik en red mij wel.
En zo speel ik dit levens spel.
Tja leven of overleven.
Het moet want god geeft het gegeven.
Een groei naar openheid,
Maar waar is dan de zekerheid?
Het sterk staan en niet dreigen te vallen van als een rots.
Geloven in je eigen trots.
Maar als maskers beter lijken te werken.
Hoe kan je dan verbetering bemerken.
Het leven dat is vechten voor een toekomst vol van geluk.
Maar het leven van hier en nu is een puzzel stuk.
Dat niemand begrijpen kan.
Zelf begrijp ik er niets van.
Maar vertrouwen dat de stukjes in elkaar passen.
En misschien zal de uitkomst mij nog verrassen.
Een vertrouwen in God ik heb het wel eens gehad.
Maar misschien ligt er soms een te hoge lat.
Ik wil weer het geloof van mijn moeilijkste jaren.
Maar het is even verdwenen en hoe het komt het is niet te verklaren.
Ik vind het vast als ik door zoeken zal ik vinden.
Dan zal ik mij weer dieper met God verbinden.
Weer geïnt op de druiven tros.
En niemand snoeit mij helemaal los.
Dan zal ik meer groeien in het geloofs leven.
En dan zal ik God meer en meer alle eer geven.