Mensen zo veel soorten.
Mensen zo klein of zo groot.
Mensen de één beleefd de ander brutaal.
Mensen soms vrolijk soms boos.
Mensen zo veel soorten.
Mensen lachend of springend.
Mensen zingend of dansend.
Mensen stil of rumoerig.
Mensen verliefd of alleen.
Mensen gelovig of ongelovig.
Mensen Mensen en nog eens mensen.
Soms zijn ze aardig of lief de andere keer hebben ze geen respect voor elkaar.
Mensen gebruiken rare taal.
Mensen denken dat ze dan stoer zijn.
Maar eigenlijk worden ze alleen maar te min gevonden.
Mensen zo veel soorten.