(naar het gedicht 'Passage' van Gerrit Achterberg)
Mokum, stad boordevol Endemol
en van A. Hazes overal een vleug
mijn somber reisdoel tegen heug en meug
van graffiti en vuil zo overvol
daar sta je dan als hoofdstad flink te kijk
geen koningin, geen tweede kamer
en smachtend naar de slopershamer
zo menig kraakpand en zo menig wijk
Mokum, je tikt er tegen en het breekt
je bewoners met hun dommig dialect
lang gewend aan rellen en ravage
zien toe hoe schoonheid danig is verbleekt
uitsluitend de kapsones is perfect
verder is de stad slechts een blamage