Het leven is geen feest dat weet ik maar al te goed.
Maar steeds al er licht in de duisternis komt gooit iemand roet
Mag je niet daar zijn waar jij wilt zijn.
Mag je dan niet groeien blijf je immer klein.
Wat doe ik goed en wat doe ik fout.
Op elke slak strooit men zout.
Wanneer komt de tijd dat ik mijn eigen mag zijn.
Mijn eigen fouten mag maken groot of klein.
Het is toch mijn leven mag ik ermee omgaan zoals ik wil.
Raad geven oke maar wees verders stil.
Ik ben toch volwassen geen kind meer.
Laat me toch los nu doe je me zeer.
Dankbaar zal ik immer zijn richting degene die mij hebben gemaakt.
Maar hebben jullie niet door dat je me nu kraakt.
Misschien maak ik fouten en ga ik op me bek.
Hoort dit niet bij het leven of ben ik nu gek.
Van vallen en opstaan wordt je sterk hebben jullie me geleerd.
Laat me nu dan los ik kijk echt wel uit dat ik me niet bezeerd.
Straks zijn jullie er niet meer en als ik nu niet leer.
Zal ik blijven vallen keer op keer en telkens weer.
Het grootste cadeau dat jullie me nu nog kunnen geven.
Is de controle over mijn eigen leven.