Zestien lentes jong
Was deze gewapende soldaat
Een jongen die vocht voor zijn leven
Maar geen besef had van het kwaad
Hij mengde zich bij de troepen
Hij wist niet waar hij aan begon
Maar hoe kon dat anders,
Van een kind, nog zestien lentes jong?
Een Duitse jongen
Die nauwelijks weet wat liefde is
Waagt zijn leven voor een maniak
Zonder enige betekenis
Een jongen hoort te spelen
Maar niet met de doden,
Niet met wapens en met pijn
En zeker niet met Joden
Een jongen van zestien lentes fris
Heeft al dertien moorden op zijn geweten
Hoelang de oorlog ook duren mag,
Dit zal hij van zijn leven niet vergeten
Jong en onschuldig
En toch gezien als vijand
Hij die vecht voor een volksmenner
Is medeschuldig aan vele doden in zijn land
Hij was zo kwetsbaar
En de laatste kogel werd hem fataal
Op het kerkhof terug in Duitsland
Herdenkt men zijn tragische verhaal...
Hoe kan een jongen,
Van zestien lentes fris
Hoe kan iedereen nu eigenlijk,
Beseffen wat een oorlog is?