voortdurend op de hoede zijn
de golven zijn hoog en nat
de oudste laat zien hoe hij
de golven temt, hij springt hoog op
precies op het juiste moment
de jongste doet zijn best
maar zijn kruis zit te laag
zijn beentjes slaan onder hem uit
hij komt waterspuwend boven
roept iets van dat is jouw schuld
uit zijn neus vloeit snot
in zijn ogen die blik:
wacht maar tot ik groter word