Zonder het te merken misschien
Gaven wij zwart wit weer kleur
Als een droom, onwerkelijk reëel
Altijd ruikend naar de lekkerste geur
Wij waren beide ongelukkig in het geluk
In onze eenzaamheid waren wij samen alleen
Tot ook dat samenzijn langzaamaan verdween
Zonder doel voor ogen
Liepen wij daar, vreemden op eigen vloer
De eenzaamheid wachtte, stil op de loer
Vroeg of laat is een ieder zijn kanonnenvoer
Het werd weer zoals voor jou
Mijn diepste gedachten
Waren weer van mij alleen
En zo ook mijn angsten
Gelijk aan die van anderen
Eenzaamheid in mijn gedachten
Bang om te wachten
Want hoe kan ik nog hopen
Op een vriendin zoals jij
Wij maakten donkere plekken
Op het helderste wit
Het waren lelijke vlekken
In ieder geval hadden we pit
Twee zielen gescheiden verbonden
Verbonden in hun gedachten
Gescheiden wanneer ze lachten
Omdat de een tegenwoordig te somber is