die dagen dat we in volksherbergen,
parelhoen aten ,rijk overgoten met wijn,
toen iedereen ons met de vingers wees,
waaraan soms wel vijf trouwringen hingen,
en jij met hennahaar de boeren
van hun melk jaagde tot boven
hoog in de seringen, en wij schaterden
omdat wij onze de enigen waanden
die BoB Dylan in het Russisch konden zingen..
Jij noemde mij Wolf-Wolf en ik jou
A-A-kela , het was altijd onder invloed,
meestal stomdronken dat we elkaar beminden,
maar als het hooi moest worden binnengehaald
kwam weer de ernst van de eerste dagen,
en wie kon beter dan wij de schapen melken
en aan de pastoor eindeloos vergiffenis
vragen voor begane en nog ongeplengde
zonden , wij waren altijd saam , ook al
omdat éénkennig als wij waren de wereld
voor ons elke dag opnieuw bestond,
en alleen voor ons, niet voor de kippen
en varkens in de hoven , die ons zo gul
hun knor en kakel lieten horen...
...ja die tijd op de boerenhoven...
met zoveel koren in onze schoven...
-op de wijze van de bij-