op die vreemde plaats
verloren tijd hervonden
gisteren in het tankstation
-de geur van benzine-
gedacht aan
die keer toen ik langs de Leie speelde
de teer van de schepen rook
schippers die emmers uit
het zwarte water putten
om zich te wassen
begin jaren 50
tussen de scheepsmotoren
zware mannen
met hamers schroeven
en weinig woorden
ik ontheemd langs de kades
die langzaam in mijn ziel
hun leven boorden
beangstigden gek maakten
en verdoofden
die later
hersteld en onverstoord thuiskwam
als een held
die zijn moeder niet meer kent
één die roetzwart
in de dokken
is geboren
tussen razende
niet meer in te houden
eeuwig draaiende
machines