donker waren haar ogen,zo donker als die nacht
dat ik haar tegenkwam die avond daar op de elandsgracht
zo heb ik je nog nooit gezien,zo breekbaar en zo bang
die nacht was voor mij al bijna om maar duurde voor jou nog heel lang
slapend in een portiek van de bibliotheek hier op de hoek
geen cent meer en geen gevoelens
de gaten in je broek
thuis in bed lig ik te peikeren en te malen
hoe het zover heeft kunnen komen
en of ik iets kan doen om je uit deze klote positie weg te halen
denk nieteens dat je nog weet dat we samen op zijn gegroeid
nieteens nog weet wie ik ben
maar wel een belangrijk iets vergeet...
ik ben de enige die je door en door kent