De moeheid drinken met teugen naar zijn bodem
Nauwelijks geleegd staat het naast me op tafel
Bezonken gedachten resteren, opgegaan in een bulderend gelach
Een bord vol ligt voor me te wachten op verorbering
De klok slaat bijna zijn middaguur
Zon schijnt, wolken drijven, bomen staan rondom de struiken
Liefde begint in mijn hart te ontluiken
Liefde voor de dag, het middaguur en al zijn mogelijkheden
Ik kijk nog even opzij, naar dat glas
Genoeg gedronken, maaltijd begint
Iets dat me evenzo zeer zint