Nee!
Ik houd op met zijn slaafje zijn,
Op handen en knieën moest ik kruipen
En zijn wensen diende ik te gehoorzamen..
Altijd was ik verplicht vriendelijk te blijven,
Die schijnbare mooie glimlach te behouden..
Zelfs in kleinerende momenten..
Stop!
Geen woorden mocht ik spreken,
Want hij wou steeds zijn zin doordrijven
Zonder rekening te houden met mijn gevoelens..
Het enige wat hem belangrijk is,
Was mijn uiterlijke schoonheid voor zijn genot..
Hatelijke karaktertrekken doken op,
Bij het weigeren van zijn verlangens…
Nee!
Langer kon ik de innerlijke pijn niet verdragen,
Toch lag tegenspartelen niet in de mogelijkheid
Want dwangmatig werd ik stilzwijgen opgelegd..
Bij een enkele kreet verstokte mijn adem
Door zijn drukkende hand tegen mijn mond..
Eeuwen leek deze marteling wel te duren,
En nooit zal ik vergeten wat hij deed..
Stop!
Gedachtes dwalen naar het verleden,
Met droevigheid schemeren deze beelden voor me uit..
De lichamelijke schade die hij aanrichtte
Blijft intens aanwezig in mijn littekens..
Hoe kon ik ooit zo stom zijn alles zo maar te negeren,
Al veel eerder had ik hem moeten laten boeten..
Nu geen rechtvaardiging van een buitenstaander
Betekent een gruwelijke dood van zijn toekomst!