Alsof niets hem nog
bekoren kan
sterft hij reeds
terwijl hij de levenslucht
nog proeft
de vlammen
spelend rond zijn hart
ontnemen hem
zijn lust en leven,
onbewust
al weggegeven
zijn ogen
ooit de wereld dominerend
weerspiegelen slechts
de waas van zijn grenzen
de kleur van herfst en dromen
en verslagenheid,
door zijn bloed
stromend
lippen
waarmee hij elke tong
kon temmen
fluisteren met woorden
van een eeuwig
heerser
voor een laatste keer
de stilte weg.