ze was mooi,ze was jong,en nog zo groen als gras
die knappe jongen leek zo aardig,maar
ze wist totaal niet wie hij was
hij gaf haar vele complimenten,ze wasvoor hem:
een makkelijke prooi
dus liep ze regelrecht,in de
door hem gezette kooi
helaas,een weg terug,die was er voor haar niet
wat had ze spijt,ze huilde vaak,
ze was een en al verdriet
ze voelde zich smerig,door het werk
wat ze voor hem deed
dat maakte hem niets uit,dat interesseerde
hem geen reet
hoezo loverboy ?,hij was gewoon een smeerlap
een echte schooier
ik noem hem dus geen loverboy,maar gewoon
een ordinaire pooier