Een oortje.
Je kan het zien in alle maten
het staat steeds opzij te gapen
het richt zich volgens D.N.A.
plat aan 't hoofd als een sjaal
naar buiten gericht, dus niet te dicht
of uitstekend in de wind gericht
de vrouw die de laatste ziet zwicht
die man kussen is haar plicht
het oortje kan zeer klein maar fijn
doen dromen van ambrozijn
het kan zijn middelmaat vertonen
en waardig hangen als iconen
het kan zeer groot de wind opvangen
deze mensen worden groot in alle rangen
kijk maar naar de paus, Claes en de Gaule
zij hebben allen de wereld bevolen
soms is 't rood dan weer de kleuren van een lijk
het toont ons schaamte of jolijt
elke klank nemen zij ter harte
van zachte tonen tot kindergarten
soms kunnen ze ferm kwellen
aan de randen, binnenin of aan de lellen
snerpende pijn is dan ons deel
ontwijk dan maar de drilboor en krakeel
besproei ze maar met zalvens nat
hou ze warm, zo doe je dat
en is het oortje weer genezen
dan kan je weer luistervinkje wezen.
ela