De visser en wij
we omhelzen elkaar
terwijl een visser ons toeknikt
'ik hou van je' zeg ik,
als jij je tranen doorslikt
een traan hangt aan mijn kin
konden we hier maar zo blijven staan
de visser vist en eet,
rustig zijn banaan
je kijkt me aan
aait met je hand langs mijn gezicht
en ik ga je missen,
net als de visser zijn vis mist
je strompelt weg,
verdwijnd uit mijn zicht
ik blijf kijken
totdat ik mijn gezicht op de visser richt
hij kijkt om,
terwijl hij vrolijk naar me knipoogt,
de knipoog is als een hand,
die voorzichtig mijn tranen droogt